Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Van het geluid zijns vals deed Ik de heidenen beven, als Ik hem ter helle deed nederdalen, met degenen, die in den kuil nederdalen; en alle bomen van [43]Eden, de keur en het beste van Libanon, alle [bomen], die water [44]drinken, [45]troostten zich in het onderste der aarde. 43. Zie boven vs.8,9. 44. Gelijk boven vs.14. 45. Figuurlijk gesproken, alsof men zeide: het viel hun troostelijk, dat zij zulk een groten metgezel in hun lijden hadden. Vergelijk Jes.14:8,9,10, met de aantekening; idem, boven hfdst.14 vs.22, en hfdst.16 vs.54, en onder hfdst.32 vs.31, enz.